In 1989 komt president Joaquim Chissano, de opvolger van Samora Machel, op uitnodiging van de Nederlandse regering naar ons land. Je zou zeggen dat het bezoek van Machel nog in het geheugen gegrift staat van de ambtenaren op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Niets blijkt minder waar. Kennelijk heeft niemand de moeite genomen om zich in te lezen. Op maandag 13 maart landt het viermotorige toestel van Russische makelij op het vliegkamp. De erewacht staat, uit de wind, aangetreden voor de grote hangaar. Chissano wordt op het platform verwelkomd door zowel minister-president Van Agt, gekleed in een stemmige regenjas en met een verwaaid kapsel, en minister van Buitenlandse Zaken Van der Broek. In het kielzog van de president spuugt het presidentiële vliegtuig behalve de beveiliging en adviseurs nog een vijftal ministers uit. Tegen de gemaakte afspraak in schuift dit halve kabinet ook nog eens aan bij de lunch op paleis Noordeinde. Een slimme opperlakei had die bui tijdens het aperitief al zien hangen en aan zijn onderschikten bevolen om als de donder een extra tafeltje te dekken.
De volgende dag staat er een bezoek aan Amsterdam op het programma. Burgemeester Van Tijn doet Chissano in een jolige bui een brandweerwagen cadeau. Chissano wil dit speeltje maar al te graag hebben maar zou toch eerst even zien of en hoe het apparaat werkt. Voor de burgemeester de uitgelezen mogelijkheid om onder grote hilariteit en voor de draaiende camera zijn eigen straatje te laten schoonvegen door twee spuitgasten.
Chissano vertrekt op 15 maart vanaf vliegveld Zestienhoven richting het Afrikaanse contingent. Zijn vliegtuig was op maandag al vanaf Valkenburg naar Rotterdam verplaatst. Het blijkt onmogelijk om de brandweerwagen in het presidentiële vliegtuig mee te nemen. Er zit dan ook niets anders op dan het op kosten van de gemeente Amsterdam te laten verschepen. Zou men er over hebben nagedacht om de transportkosten te verrekenen met de miljoenen aan ontwikkelingshulp die Mozambique elk jaar casht?