Op het informatiebord bij het oude pontje staat aangegeven dat al in L619 in een officiële docunnent het Valkenburgse Veer wordt genoemd. De heer van Valkenburg vraagt dan aan de Staten van Holland toestemming om een nieuw tarief voor het veer vast te stellen. De oude penning is geen wetíig betaalmiddel meer en er onstaan “kijvagiën en vegterijen” rond het pontje. Met andere woorden: er wordt gescholden en gevochten.
Toch moet het veer veel ouder zijn. Het zal waarschijnlijk al aanwezig zijn geweest in de elfde eeuw, wanneer er nrelding wordt gemaakt van Het Haagsche Schouw en het veer in Katwijk aan de Rijn. Doede van Voorhout, een belangrijk edelnran in Rijnland, heeft dan het veerecht op de Rijn ten westen ven Zwamrnerdam, het hele Hollandse deel van de Ríin dus. Daar heeft het Valkenburgse veer ook bij gehoord. Het Haagsche Schouw wondt als veer in 1802 vervangen door een brug. Hetzelfde was in Katwijk al in 1612 gebeurd. Het Valkenburgse veer is dus de enige van de drie veren te westen van Leiden, dat nog bestaat en één van de oudste nog bestaande oeververbíndingen in ons land.
Uit dezelfde eeuw, waarín de heer van Valkenburg om toestemming voor vaststelling van de tarieven vraagt, kennen we het verhaal van de zogeheten malcontente Lutheranen. Deze groep van Leidse ontevredenen had zich afgescheiden van de Lutherse gemeenschap en had het plan om in Valkenburg een kerk te bouwen. Dit mislukte in 1699. Wel zijn zij lange tijd in Valkenburg naar de kerk gegaan. Zoals op de prent hieronder te zien is, staken zij de Rijn over rnet het Valkenburgse pontje.
De eerstvolgende melding van het pontje stamt uit 1849. Bij Koninklijk Besluit worden nieuwe tarieven vastgesteld en eisen voor het pontje geformuleerd, zoals:
- de schuít moet behoorlijk in orde en goed waterdicht zijn
- de veerschipper moet te allen tijdebereid zijn passagiers over te zetten
- er mogen niet meer dan acht personen vervoerd worden
- de veerschipper zal de passagiers met bescheidenheid behandelen
- en nog meer.
Tot 1850 wordt er met een roeiboot overgezet. Daarna is het een echte veerpont. ln 1898 wordt het tot dan toe houten vaartuig vervangen door een ijzeren. ln 1938 kornt er wederom een nieuwe ijzeren pont. Dit laatste pontje vaart tot L998 en is nu als varend monurnent te zien bi.! het Veerpad. Tot de .iaren zeventig van de vorige eeuw wordt de pont in vergelijking met nu veel gebruikt. Een tellíng uit 1956 laat zien dat er toen op een dag meer dan 400 personen werden overgezet. Daarna neemt het gebruik van de pont af en ook de betrouwbaarheid van de dienstverlening. Te vaak wordt er helemaal niet gevaren. Dat wordt niet aanvaardbaar gevonden. ln 1989 neemt de gemeente Valkenburg het veerrecht en het pontje over, richt de Stichting Het Valkenburgs Pontje op en Het Heem gaat de bediening verzorgen. ln 1998 wordt het oude met de hand bediende pontje vervangen door een gemotoriseerde. Deze komt echter tot zinken en in 2005 wordt de huidíge elektrisch aangedreven pont in gebruik genomen.
De exploitatie wordt thans op weekdagen uitgevoerd door de Maregroep en op zon- en feestdagen door vrijwilligers. De Stichting Het Valkenburgs Pontje zorgt dat het kan gebeuren en de gerneente geeft € 20.000 subsidie per jaar.
ln 2O12 is er een verkeersonderzoek gehouden. De resultaten hiervan laten zien, dat gemiddeld zo’n 100 personen per dag gebruik maken van het veer. Buiten de zorner kómt het overgrote deel daarvan uit Valkenburg, in de zomer ongeveer de helft. Het veer wordt op werkdagen vooral gebruikt om naar het werk of (buiten schoolvakanties) school te gaan; op zondag voor bezoek en recreatie.
Zoals bekend zal er de komende jaren een fiètsbrug ter hoogte van het Duyfrak gebouwd worden. Op basis van het onderzoek in 2O12 wordt verwacht dat, wanneer de brug in gebruik is, het gebruik van het pontje zal afnemen, maar dat toch nog steeds 2/3 à 3/4 van het huidige aantal passagiers zal blijven. Dlt levert wel een tekort in de exploitatie op. Df stichting heeft de gemeente gevraagd mee te werken aan een oplossing voor dit pdobleem
Dit artikel is een samenvatting van de presentatie van Jan Bakker op de ledenvergodering von 23 april 2013