Nou ja, Vereniging Oud Valkenburg doet niet aan de gewone lijn, maar aan de tijdlijn. Jan Bakker en Gerrit Russchenberg hebben de laatste tijd hard gewerkt aan een tijdlijn van de geschiedenis van Valkenburg als blikvanger voor het Torenmuseum. Nu die in volle glorie in de toren op zijn plek hangt, verdient dat feit de aandacht tijdens de ledenavond op 30 november. Het is verheugend dat zoveel leden het ijzelige weer getrotseerd hebben, dat alle ongeveer vijftig stoelen in de zaal van het Dorpshuis gevuld zijn.
Het eerste programmapunt is het afscheid van Gijs Schoneveld als penningmeester. Gijs heeft zo’n twee decennia deel uitgemaakt van het bestuur en heeft de bloemen en het applaus dan ook dik verdiend.
Jan Bakker en Gerrit hebben gekozen voor een duopresentatie en dat pakt goed uit. Jan Bakker neemt de eerste tweeënhalf duizend jaar voor zijn rekening. In die tijd zijn de strandwallen zo’n beetje de enige plekken in laag-Nederland die bewoonbaar zijn. Rond 40 na Christus bouwen de Romeinen het eerste castellum voor een contingent van vier- à vijfhonderd ruiters. Het is de eerste van in totaal zeven castelli die tot eind vierde eeuw bemand worden. Gerrit Russenberg neemt de luisteraars mee naar de Middeleeuwen. Hij vertelt dat de eerste houten kerk van Valkenburg omstreeks 695 met Vlaardingen wedijvert om de plek van eerste Christelijke Godshuis in Holland. In totaal hebben er in de Middeleeuwen acht verschillende kerken gestaan; eerst steeds groter en mooier, maar na de splitsing van de parochie in de late Middeleeuwen, toen Katwijk aan den Rijn in 1424 een eigen kerk kreeg, juist weer kleiner. Die kerk had tot 1665 wel een hoge, herkenbare toren, ‘de lange Maai’ (Maria). Helaas stortte deze in het genoemde jaar vanwege natuurgeweld in. Gerrit bouwt ook ruimte in om het industriële verleden te belichten: de kalkovens die er al sinds de veertiende eeuw waren en de steen- en tichelfabrieken die er tot eind negentiende eeuw waren. De laatste kalkfabriek deed pas in 1960 het licht uit. Jan Bakker pakt het stokje weer over door de ‘buitens’ Torenvliet en Sonneveld te belichten en te memoreren hoe Valkenburg in 1851 op het randje kwalificeerde als gemeente: nèt meer dan vijfhonderd inwonders en meer dan vijfentwintig belastingpelichtige burgers. Vervolgens zoomt hij in op architect Hendrik Jesse, de ontwerper van het oude gemeentehuis uit 1897 en ook van
Welgelegen.
De laatste etappe is voor Gerrit Russchenberg, die onder andere de meidagen van 1940 de revue laat passeren. Leuk wist u datje: het vanuit Katwijk kapotgeschoten Valkenburg kreeg een rekening van Katwijk van 133 gulden voor onder andere het verband dat nodig was om de gewonden te verzorgen.
https://www.canonvankatwijk.nl