Het Zwammerveld is de straatnaam van het wijkje met bejaardenwoningen vlak achter de basisschool aan de Broekweg.
Over de naamgeving daarvan is niet iedereen het eens. Mijn buurman, Piet Heemskerk, herinnert zich nog duidelijk wat hij daarover gehoord heeft van Gijs Vis. Gijs Vis? Ja, de markante Valkenburgse wethouder uit de tijd van burgemeester Van der Have. De spraakzame wethouder die op klompen samen met zijn ietwat deftige burgemeester op werkbezoek ging in het Provinciehuis in Den Haag. Als onvervalste tuinder. Z’n klompen schopte Gijs uit vlak voor de besprekingen begonnen. Uit beleefdheid. Zijn burgemeester vertrok geen spier. Over image-building van een team gesproken…
Gijs bereikte op die manier veel voor zijn Valkenburg in een ontspannen, soms wat lacherig sfeertje. En dat was precies zijn bedoeling!
Die Gijs Vis kwam destijds met Piet Heemskerk in gesprek over het Zwammenveld. Met een n in het midden dus. Volgens Gijs een laag drassig stuk land aan de Broekweg waar regelmatig veel paddenstoelen groeiden, zwammen dus. Zwammenveld werd in de dorpsmond volgens hem later verbasterd tot Zwammerveld, zo is het verhaal.
Desalniettemin, het gemeentebestuur koos bij de bouw van drie rijtjes bejaardenwoningen bij de Broekweg toch maar voor de naam Zwammerveld. Dat moest te maken hebben met een behoorlijk brede sloot die langs de Broekweg liep en uitkwam in een kromme bocht in de Wetering, vlak achter het huidige wijkje Het Zwammerveld. En die tamelijk brede sloot heette zonder twijfel al heel lang De Zwammer.
En het hele stuk bouwland waar nu de provinciale weg ligt, tot halverwege het vliegveld noemde men Het Zwammerveld. En daar heeft al eerder een artikeltje over gestaan in Zicht op Valkenburg.
Als je nog wat meer van wilt weten over het avontuurlijk bestaan van het water De Zwammer moet je gaan praten met mensen die minstens 70 jaar oud zijn en hun hele leven in Valkenburg gewoond hebben.
We gaan daarom op bezoek bij Jan de Vries uit De Wei 9. Hij is 96 jaar oud en niet alleen scherp van geest maar ook een geestig verteller. Hij ziet het allemaal nog zo voor zich.
Hij vertelt van de tijd dat het Zwammerveld nog alleen grasland en bouwland was.
“Bij ’t Zwammerhek” noemden ze het hele gebied ook wel. Jan de Vries heeft er stevig leren aanpakken.
’s Morgens bij het krieken van de dag het vlet naar de plek bomen waar gewerkt moest worden. Een lange vaarboom in een gleuf op de voorplecht van de platte ijzeren schuit planten en dan wisselend links en rechts van de sloot de boot over een smal jaagpad naar de goeie plek duwen.
Zijn vader had en keer in het Zwammerveld voor twintig gulden een pet (een in de winter met dik stro en grond afgedichte kuil) met peen gekocht. En die peen kon voor meer dan het dubbele verhandeld worden. Maar daar moest je wel wat voor doen. Om geen wortels achter te laten moest de grond op een hor gezeefd worden. En wat denk je? Daar vonden ze zo bij elkaar een hele handvol ouwe munten. Middeleeuws en ook Romeins. Niemand gaf erom. Ze werden door een slimmerik geruild voor een aantrekkelijker speelgoedautootje.
“Als me nu nog iets spijt is het dat!”, verzucht Jan de Vries.
Een tweede Valkenburger die wetenswaardigheden over De Zwammer en het Zwammerveld
weet te verhalen is Arie van der Nagel. Hij woont al jaren in Deventer maar is als volbloed Van der Nagel in hart en nieren een echte Valkenburger gebleven. Hij schrijft op het internet gekruide verhalen over zijn belevenissen van toen in het door hem zo geliefde kleine dorp aan de Rijn.
Hij vertelt gemakkelijk. Over de Broekweg. Over Valken Boys die daar voor de tijd van Valken ’68 aan de kant van de boerderij van Van Egmond een voetbalveld hadden. En over hilarische avonturen van zijn familie bij en in het water De Zwammer naast de Broekweg.
Het begon voor de oorlog met de vader van Arie. Die zat achterop de motorfiets van Wim Oosterlee. De Tuut zeiden ze oneerbiedig in die tijd. Ze gingen volgens de overlevering “zo snel dat het ze de adem afsneed!”.
Een slippartij op een natte weg en het tweetal dook voorover De Zwammer in.
Vader van der Nagel klom er met een trauma uit. In de familie mocht er van hem absoluut niet over gesproken worden. En vaders wil was wet. Zo was dat in die tijd.
Tot bovengenoemde zoon Arie op 19-jarige leeftijd zijn eerste motorfiets kocht. Toen kon de familie het niet laten te pas en te onpas in het ouderlijk huis Arie te waarschuwen met zijn motor uit de buurt van De Zwammer te blijven….
Of er nog meer in de Zwammer geplonst zijn? Arie van der Nagel weet er zeker nog twee.
In de vijftiger jaren, Gerrit van Leeuwen, bijgenaamd de Tor. In Valkenburg bekend omdat hij bepaald niet bang uitgevallen was. Hij heeft volgens de verhalen meegevochten met de Amerikanen in Korea. Maar hij heeft zijn motor borrelend zien ondergaan in de Zwammer. Letterlijk en figuurlijk want een gescheurd motorblok valt niet meer te repareren….
En daarna. In de zestiger jaren. Joop, de broer van bovengenoemde Arie. Hij woont nu in Zierikzee.
Hij had én een mooie Heinkel motorscooter met zelfgebouwde zijspan én een schat van een geliefde: Sjaan van der Meij. Zij was een dochter van Hannes van der Meij, bijgenaamd de Taas. Die Hannes had zijn land rechts naast de Broekweg, naast de Zwammer dus.
Sjaan mocht,na veel soebatten, van haar Joop een keertje achter het stuur van de Heinkel. Natuurlijk wel op een heel rustig landweggetje, de Broekweg dus. Joop ernaast in de zijspan. ”Even het gas erop” riep Sjaan. “Dit is een mooi recht stuk!”. De motor gromde. Joop riep iets onverstaanbaars over niet te hard rijden, modder op de weg! Tevergeefs…
Opspattend water en geroep. Een heftig verbolgen Joop trok met het kroos nog op z’n kop zijn ontroostbare geliefde aan wal. Van het motorrijwiel stak nog en klein stukje boven het water uit….
De vader van Sjaan, Hannes de Taas, was niet veel verder op het Zwammerveld aan het werk. Hij zag het allemaal gebeuren. Hij liet zijn dochter ernstig hoofdschuddend letterlijk aanmodderen, draaide zich om en schoffelde gewoontjes door. Dat kwam allemaal wel weer goed…
Valkenburgers zijn nog steeds niet gauw van slag.
Herman Dijkhuizen