“Nog even”, dacht Marina in november 2020. Ze was met een groepje metaaldetector-amateurs in Valkenburg op jacht naar Romeinse vondsten. Eerder op de dag had iemand uit de groep een muntje gevonden. Voor de rest sloeg de detector doorlopend aan op aluminiumschroot. Doodmoe werd ze van al die zooi. De anderen waren inmiddels al naar huis afgereisd. “Toch nog maar even dat hoekje doen”, dacht ze. “Daar ving ik een heel zwak signaal op”, herinnert ze zich. Eenmaal opgegraven, had ze een modderig stuk metaal in de hand waar ze aanvankelijk weinig van kon maken. Maar wat was dat? Toen ze het een beetje schoonmaakte, werd er een voetje zichtbaar. Even later keek een gezichtje haar vanuit de modder aan. “Het zal wel recent zijn”, vreesde ze aanvankelijk nog.
Maar nee hoor, dit was echt Romeins, oordeelde Julius Roemburg van PAN. Dit staat voor Portable Antiquities Netherlands, de organisatie die vondsten registreert. Metaaldetector-amateurs zijn wettelijk verplicht hun vondsten hier te melden. Ook Jasper de Bruin, conservator Nederland in de Romeinse tijd bij het RMO twijfelde niet: Romeins. De gevleugelde helm wees overduidelijk op Mercurius. Het bijzondere was dat deze Mercurius kleren aan had; vaker is hij naakt verbeeld. Een nauwkeurige datering geven bleek lastiger. Met 0 tot 300 na Christus behoorde zo’n beetje de hele Romeinse aanwezigheid in Nederland tot de mogelijkheden.
“En dan te bedenken”, zegt Marina, “dat er op die plek waar ik hem vond, al heel lang intensief was gezocht met de metaaldetector. Het was echt onwaarschijnlijk om daar nog iets van belang te vinden, maar het lag er toch.”
Weer raak
In april 2021 kreeg Marina toestemming van de eigenaar om op een slooplocatie met haar detector aan de slag te gaan. Doordat er voorheen een gebouw had gestaan, was de bodem op deze plek archeologisch gezien een stuk ‘maagdelijker’.
Toch was het niet meteen raak. Ze was op dinsdag begonnen te zoeken. Zo nu en dan diende zich een muntje of ander Romeins metaal aan. Vaak gaat het in zo’n geval om stukjes paarden- of riembeslag. Pas op vrijdagavond was het echt raak: met een knalhard signaal diende zich een vondst aan. Dat harde signaal wees op een oppervlakkige ligging. Dat maakte een recent stuk schroot het meest waarschijnlijk. Maar het pakte een stuk gunstiger uit. Marina had wederom raak geschoten. Dit keer had Mercurius geen kleren aan. Of ging het nu om Apollo? De gevleugelde helm waarmee Mercurius eigenlijk altijd wordt afgebeeld ontbrak in elk geval. Wat zeker is: door de vondsten van Marina is het aantal gevonden bronzen godenbeeldjes aan de Nedergermaanse limes significant toegenomen. Zij is nog altijd op dezelfde locatie aan het zoeken. Onlangs week vond ze er nog twee munten. Waar het precies is? Dat geeft ze liever niet prijs.
De beeldjes die Marina heeft gevonden zijn op zichzelf niet zeldzaam in het Romeinse rijk. Op geen enkel huisaltaar van een zichzelf respecterende Romein mochten ze ontbreken. Jasper de Bruin kan wel verklaren waarom dergelijke beeldjes in onze streken nauwelijks worden gevonden: “Rond 300 werden onze streken steeds onveiliger voor de bewoners. De meeste van hen besloten daarom te verhuizen naar veiliger streken. Uiteraard namen ze daarbij hun huisraad mee, zeker dergelijke beeldjes.”
Zo kan het gebeuren dat gepokte en gemazelde amateurarcheologen in tientallen jaren nooit zo’n beeldje hebben opgraven. Zij vond er twee in een half jaar. Op voorstel van Julius Roomburg werd de gevleugelhelmde Mercurius zelfs namens Nederland voorgedragen bij de jaarlijkse ‘competitie’ van metaaldetectorvondsten van de Britse Portable Antiquities Scheme (PAS). Het zijn zeg maar de Europese Kampioenschappen op dit gebied. Mercurius schopte het daarbij tot ‘Nederlands kampioen.’ “En dat is echt niet omdat er geen concurrentie was; er waren veel objecten ingediend”, verzekert Marina.
Fantastische verhalen
Zij is nu zo’n tweeënhalf jaar actief met de metaaldetector. Waar komt die fascinatie voor het verleden en de bodem vandaan? “Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in geschiedenis en de oudheid. Hoe ouder, hoe leuker ik het vind. Die fascinatie is begonnen met de kinderbijbel die ik als klein kind las. Ik ben verder niet religieus, maar de verhalen vond – en vind – ik fantastisch. Van daaruit ontstond het gevoel dat het fantastisch is om objecten uit die tijd daadwerkelijke in je handen te kunnen houden.”
Marina2Na het bekijken van een YouTube-filmpje over metaaldetectie wist ze: dat wil ik ook! Toen ze eenmaal begonnen was, en onder andere lid geworden was van de AWN, Vereniging van Vrijwilligers in de archeologie, hoorde ze via-via van Valkenburg. “Daar was al veel gezocht, dus je moet geluk hebben.” Tot haar vondsten behoren naast beslag, munten en fibulae een Bacchus applique, een leeuwenkopje, een kapotte zegelring en de bodem van een pot. “Binnenkort zal het wel afgelopen zijn. De wegenbouwwerkzaamheden zijn bijna in een stadium dat verder zoeken onmogelijk maakt.”
In het straatbeeld
Vereniging Oud Valkenburg heeft Marina ’t Hart en het Rijksmuseum van Oudheden bereid gevonden om 3D scans van de beeldjes te maken. De scans gaan deel uitmaken van één van de Valkenburgse plannen om de Nedergermaanse limes te visualiseren in een ‘buitenmuseum’. Het is de bedoeling dat van een aantal topvondsten uit Valkenburg, waaronder deze beeldjes, 3D-geprinte replica’s worden gemaakt. Deze replica’s worden op sokkels geplaatst en krijgen vervolgens een plek langs de limesroute binnen de gemeente Katwijk. Over het tracé daarvan werden stedenbouwkundigen van de gemeente en de Werkgroep Romeinen Katwijk het onlangs eens.
Voor de uitvoering van dit plan is al een subsidie van de provincie Zuid-Holland toegekend vanuit de Publieksregeling Archeologie. Marina, de Valkenburgers en alle limesroute-wandelaars en -fietsers kunnen daarom binnen afzienbare tijd van deze vondsten gaan genieten.