19 AUGUSTUS 1921 IS JAN DE VRIES GEBOREN.
Vorige maand werd hij 100 jaar. Negen jaar terug had de vereniging een interview met hem. Hierbij ging het met name over zijn jeugd en tienerjaren. Zeg maar de jaren ’20 en ’30. Het geeft een schets van Valkenburg van voor 1940.
De familie De Vries is een veel voorkomende achternaam in Valkenburg. Oorspronkelijk kwam de familie uit Oegstgeest. De familie werkte op de pannenfabriek aan de overkant van de Rijn. De werktijden waren van ‘s morgens 5 tot ‘s avonds 7 uur. Daarnaast voer opa ook nog klei voor de fabriek met een eigen boot.
De opa van Jan verhuisde met zijn gezin naar Valkenburg en ging wonen achter de kerk aan de Broekweg. De eerste generatie De Vries in Valkenburg bestond uit Piet, Dirk, Jan, Arie, Henk, Sjaan en Joop. (De ooms en tante van Vaders kant).
Jan is de zoon van Dirk en Jo van de Nagel, zuster van Jan v.d.Nagel(de Duitser).
In het huis op de hoek Middenweg/ Marktveld is Jan geboren. Hij was de tweede uit een gezin van 8; 7 jongens en één meisje; Dirk(1919), Jan (1921), Cock (1922), Joop, Piet, Alie, Arie en Rian.
Pa Dirk was een geboren handelaar. Op jonge leeftijd ging hij al naar de markt in Den Haag met de hondenkar. Hij had ook lef. Kocht begin jaren 20 grote stukken land aan de Broekweg (3 bunder), op de Woerd (3/4 bunder) en het Duyfrak (10 bunder). Een bunder is gelijk aan een hectare. De grond werd ook veelal gepacht en dan kwam de baron himself, meneer Pit de landerijen bezichtigen. Nou,dan moest Jan in zijn mooiste pakkie. Alles moest er netjes uitzien.
De gronden werden bewerkt voor de groenteteelt. De gehele familie werd aan het werk gezet.
Op de fleps (= knietjes) aan de slag; wieden, rooien, peen duiken. (Volgens Barend Imthorn was Peen het manna uit de woestijn).
Op jonge leeftijd verhuisde het gezin naar de boerderij van opa Van der Nagel. Deze lag op de hoek Kruisweg / Middenweg. Opa had het delirium en kon niet meer zelfstandig wonen. Het werd een trieste bedoeling. Opa en oma gingen min of meer uit elkaar. Niet officieel, want dat kon niet.
Met de boerderij kregen we ook een veestapel. De boerderij werd gerund door Oom Joop en Oom Henk. Na de oorlog nam de broer van Jan, Cock het over.
Er kwam al vrij snel een auto. Het reutel geluid van de T-ford vergeet je nooit meer. Er gebeurde de meest gekke taferelen. Zo zat iemand wel eens op de bumper om bij slecht zicht de weg te wijzen. Ook werd wel een brandende kaars in de auto geplaatst om de ruiten te ontdooien. En dan kijkend door zo’n klein gaatje naar Den Haag rijden.
Valkenburg leefde van de landbouw en veeteelt. Ook was er een begin van bloementeelt. Als je een kraam tulpen had, dan was je wat. Dat gaf status. Dus bijna iedereen had wel iets met tulpen. Op het kerkplein stond nog een boerderij (van Bol) Naast het huis van de weduwe Van Duikeren. (zij verloor jong haar man). Maus van Tol was bij haar (Bep Hoek, dochter van dominee Hoek) in de kost. Hij werkte bij slagerij van Kesteren. (Hij trouwde met tante Sjaan en werd handelaar in varkens).
Aan het begin van de Achterweg stond een redelijk groot huis. Hier woonde Zandbergen met de bijnaam het spitmachientje.
In onze jeugd kwamen we nauwelijks van dorp. Ja, mee naar Den Haag om te helpen, maar dat was het. Ik was een keer naar Leiden gefietst tot vlakbij het station. Zo ver van huis was ik nog nooit geweest. Ik wist ook niet hoe snel ik weer terug moest fietsen.
In de zomer hadden we een maand vakantie van school. Bijna aan het einde van de vakantie gingen we snel nog één dag naar het strand.
Met z’n allen in de achterbak van de auto. Inmiddels was dat een Deutz geworden.
Later kwam er ook nog een Chevrolet. Ondanks de crisis gingen de zaken goed. Er moest toch gegeten worden. OP het laatst hadden we vier auto’s. Er waren meer mensen met een auto. Zoals de Wit (van de Wit en van Tol) voor de materialen handel en de bode dienst van Piet Vis ging ook per auto.
Onze uitjes op 2e paasdag en 2e pinksterdag waren naar het Haagse schouw lopend om daar de auto’s te tellen. Mijn moeder had 3 dienstmeiden; Lies Gravekamp, Antje Oosterlee en Alie Verhaar.
Na de lagere schooltijd was het werken geblazen. Ik kwam op het land terecht. Zo werkte de hele familie bij elkaar. Ooms en neven personeel genoeg. Ieder had zo zijn taak. De één zorgde er voor dat de grove peen naar Amsterdam ging en de ander dat het fijnere werk in Den Haag terecht kwam. Na de oorlog werd de grond verdeeld onder de broers van vader; de Hoop, de Spreeuw, de Muis, de Sim en wij. Als kind moest ik een keer een boodschap doen bij Oom Piet. Ik moest het voortdurend repeteren in mijn hoofd om het niet te vergeten. Zo bestelde ik twee pond spreeuwtjes in plaats van spruitjes.
Mijn vrienden waren Wim Ooms en Piet de Vries (van Dirk de Snert). We gingen dan met de meiden stappen, maar bleven wel op het dorp. We kwamen niet voorbij de molen. We brachten een keer de dochter van Bloemendaal te laat thuis. Wij met smoezen, van de pont te laat, de brug open en zo de zaak recht praten. En Piet zei: “Het is echt waar, want ik ben slappe getuige.” Deze titel raakte hij nooit meer kwijt.
10 mei 1940 heeft Jan nog op zijn netvlies staan. Vooral het feit dat de Duitsers hun spiksplinternieuwe Deutz in beslag namen. Aanvankelijk kregen ze hem niet aan de praat. Je startte met een drukknop. Later is de auto terug gevonden bij Arnhem in de buurt. De munitie-auto bij café Ramp was van Krijn Postmus, de buurman.
Vanaf 1940 kreeg Valkenburg een ruimte voor de gereformeerde kerk; het zaaltje van De Vries (Piet de Spreeuw). Ook wel de ‘Vriezen’ kerk genoemd. Het preken werd vanuit de bedstee gedaan, zo zei men, want de preekstoel leek daar erg op.
Jan kwam op het Duyfrak te werken. Dat zou die zeker 40 jaar volhouden. Broer Arie ging naar de zilverfabriek, Dirk in de handel, Rian werd chauffeur, Cock beheerde de boerderij, Piet was groenteboer, werkte later op het academisch ziekenhuis en Joop ging naar Canada. Aanvankelijk zat Joop ook in de handel. Hij deed samen met Cor Bisdom.
Op 21 november 1945 is Jan getrouwd met Lydia Botermans, zuster van Daan (van de autorijschool). Het gezin kreeg 6 kinderen. Dirk, Sytje, Jan, Joke en Aad (tweeling) en Ton.
Ze gingen wonen in de Lange Steeg en verhuisde na 1 ½ jaar naar de Middenweg naast de boerderij van Van der Nagel. In de jaren ’50 verhuisde men naar de nieuwe woonwijk ’t Boonrak.
Op nummer 62 heeft het gezin ruim 40 jaar gewoond. Er werd nog één keer verhuisd naar de Wei. Lydia is in 2011 overleden. Ze zijn ruim 65 jaar voor elkaar gespaard gebleven.
Jan de Vries heeft vele gezichten van Valkenburg gezien. In 100 jaar tijd is het idyllische boomrijke dorpje aan de Rijn veranderd in één van de vijf woonkernen van Katwijk. Dankzij een goede gezondheid kan hij nog dagelijks met zijn scootmobiel genieten van het dorp met al zijn veranderingen. Henk Imthorn.